* zwangere vrouwen veranderen tijdens hun zwangerschap fysiologisch. Beschrijf die veranderingen op het gebied van Airway, Breathing en Circulation.

Airway.

Tijdens de zwangerschap heeft de zwangere een tragere peristaltiek hierdoor kan er nog eten in de maag zitten wat kans geeft op braken en aspireren.

Hierdoor bestaat de kans groter op een obstructie bij een zwangere.

Breathing.

Tijdens de zwangerschap wordt de ademhaling dieper, het ademminuutvolume stijgt met 40% in de eerste helft van de zwangerschap. In de tweede helft van de zwangerschap neemt de ademminuutvolume  met 15% weer af.

De ademfrequentie blijft nagenoeg normaal.

Dus er ontstaat een fysiologische hyperventilatie, hierdoor kan de zwangere het gevoel krijgen van ademnood bij inspanning.

Tijdens de zwangerschap  wordt het diafragma omhooggeduwd en wel met 4 cm, daarnaast zetten de ribben naar buiten uit zodat er voldoende ventilatie mogelijk is.

Circulation.

Tijdens de zwangerschap verandert er veel op circulatoir gebied.

Allereerst neemt het hartminuutvolume met 1,5 L/min. toe boven het niveau van voor de zwangerschap. Deze toename wordt veroorzaakt door zowel een toegenomen slagvolume als een toename van de hartfrequentie met 15 slagen/min.

De systolische bloeddruk verandert weinig, de diastolische bloeddruk daalt met 10 mmHg om vervolgens na de 32^e week weer te normaliseren.

De veneuze druk is alleen in de onderste extremiteiten toegenomen.

In het laatste gedeelte van de zwangerschap is de centraal veneuzedruk verlaagd in rugligging.

Hoogzwangere patiënten  op de linker zij laten liggen zodat de vena cava inferior niet dichtgedrukt wordt en zo een collaps/shock kan ontstaan.