2.1   Casus 

Je krijgt samen met je collega ’s avonds een melding van een eenzijdig ongeval op een provinciale weg. Bij  aankomst  staat  het  verkeer  helemaal  stil,  maar  je  neemt  toch  alle  maatregelen  van  het  incident management om veilig te kunnen werken. Het slachtoffer is zelf uitgestapt. Een omstander vertelt  jullie dat de auto moest wijken voor een overstekend dier, toen is gaan tollen en verschillende objecten heeft geraakt. Uiteindelijk is de auto tot stilstand gekomen met de voorkant tegen de boom. Bij de beoordeling van het ongevalmechanisme tref je het volgende interieur aan van de auto, zoals op de foto weergeven is. Er zitten aan de buitenkant van de auto op meerdere plekken forse schade (voor en zijkant).

 Het slachtoffer loopt rond en vertelt je dat ze 34 weken zwanger is. Het slachtoffer praat, heeft geen hoorbare ademhaling en niets in haar mond. Ze ademt 22 keer per minuut en is erg geschrokken. Bij het doorademen heeft ze pijn rechts op de thorax. Ze heeft normaal ademgeruis aan beide zijde. Beide thoraxhelften komen symmetrisch omhoog. De saturatie is 96%. Het slachtoffer heeft een normale kleur, maar dat is in het donker lastig te beoordelen. De vrouw heeft een krachtige radialis pols van 88 p/min.  De buik van het slachtoffer is niet hard of (druk)pijnlijk. Ook bij compressie van het bekken wordt geen pijn ervaren. Ze heeft een wond aan haar rechter wenkbrauw. Ze klaagt over pijn bij haar jukbeen en forse pijn aan haar rechter knie. Ze komt wat geagiteerd over en wil eigenlijk naar huis. Ze klaagt niet over pijn in de midline van de wervelkolom. 

2.2  Opdracht  Het zwangere slachtoffer in deze beroepsopdracht heeft een trauma ondergaan. In deze casus komen de aandachtspunten van moduul 4 naar voren. Je werkt de beroepsopdracht individueel uit, maar je kunt wel je werkbegeleider consulteren. De docent is zowel per mail als tijdens de lesdagen beschikbaar voor vragen.   2.3  Doelen van de Beroepsopdracht  De cursist kan:  •  letsel  voorspellen  aan  de  hand  van  het  ongevalmechanisme  met  behulp  van  de  kinematica (Toepassen). •  beargumenteren waarom je een vitaal stabiel zwanger trauma slachtoffer vervoerd (Begrip). •  benoemen waarin een zwangere qua fysiologie afwijkt van een niet7zwangere vrouw (Kennis). •  benoemen welke vragen je stelt aan een zwanger traumaslachtoffer (Kennis). 

Op de website beschrijf je in ieder geval:     •  Het antwoord op de volgende vragen:    ► Op welke plaats van de auto heeft de aanrijding plaatsgevonden? Waar leid je dit van af? Klopt dit met de stand van de autoradio en de scheur in de voorruit?   ► Is de scheur in de voorruit van binnenuit of van buitenaf veroorzaakt?   ► Welke voorwerpen mis je in de auto?   ► Verklaar de pijn in de rechter knie van het slachtoffer. 

Zwangere vrouwen veranderen tijdens hun zwangerschap fysiologisch. Beschrijf die veranderingen op het gebied van Airway, Breathing, Circulation.   •  Beschrijf welke vragen je tijdens de anamnese aan dit slachtoffer zult stellen, die je niet aan elk ander traumaslachtoffer zou stellen, maar specifiek aan een zwanger traumaslachtoffer.  •  Beargumenteer hoe je het slachtoffer van de casus immobiliseert met behulp van het LPA, de Nexus7regel en Canadian C7spine rule.   •  Beargumenteer of je het slachtoffer uit de casus zou vervoeren of niet. Beargumenteer of je met ‘scoop and  run’  op  transport  gaat  of  niet.  TIP:  Kijk  wat  er  in  het  PHTLS  boek  staat  over  zwangere traumaslachtoffers. Wellicht kun je dit boek even lenen van je werkbegeleider.   •  Beargumenteer  welke  specifieke  behandeling  je  toepast  bij  dit  zwangere  slachtoffer  en  op  welk moment in je primary survey. Denk hierbij aan zuurstof, vochtbeleid, pijnstilling en vervoershouding? Beargumenteer wat er specifiek is aan die behandeling en relateer dat aan de veranderde fysiologie van een zwangere vrouw.